donderdag 23 augustus 2012

Dag 17 Van tabriz via Zanjan naar Ali Sadr (vlak bij) Hamadan 500 km

Doordat de tijd gisteren voor ons met 1,5 uur vooruitging en vandaag een lange tocht op het programma staat is het relatief vroeg opstaan. 7 uur vanmorgen hier in Iran was de dag er voor half 6 en zo voelt het ook. Het wordt een dagelijks ritueel, bed uit, tas inpakken ontbijten en motor bepakken. Vandaag gaat de reis naar Ali Sadr vlak bij Hamadan de hoofdstad van de gelijknamige provincie Hamadan. Ali Sadr bevindt zich z'n 400 km ten zuidwesten van Teheran. De weg de we vanuit Tabriz gevolgd hebben was dan ook de snelweg (tolweg maar voor toeristen vrij van tol) richting Teheran. Onderweg zien we gerestaureerde Karavanserai. Karavanserai's werden ten tijde van de grote kamelen karavanen gebruikt als veilige overnachtings- en pleisterplaatsen. Langs de vermaarde zijdenroutes kwam je ze elke 25km - de afstand van een dagmars - tegen. Dat is nu dus wel anders, maar die er nog zijn, zijn echt een sjieke plek om iets te eten.  Vanaf Zanjan zijn we binnendoor gereden via Soltaniyeh waar we even gestopt zijn voor de blauwe Dome. Omdaar te komen vroeg ik de weg aan 2 jongens op een brommer die spontaan voor ons uitreden. De Dome was niet veel bijzonders en alleen van buiten bekeken. Omdat we vroeg hadden gegeten kregen we wel trek en gingen opzoek naar een restaurant in de buurt van Qeydoer. Genoeg winkeltjes maar zo op het oog geen restaurant. Toch maar even gevraagd aan de lokale veldwachter, die gelijk zijn hulpsheriff in de auto duwde, zwaailichten aanzette en ons naar een restaurant bracht. Mijn Perschisch gaat het niet worden deze vakantie want ik maak niet op aan de tekst of aan het gebouw dat het een restaurant was. Terwijl wij binnen gingen eten, paste de veldwachter met zijn hulp op onze motoren. Na het uitgebreide eten moesten we natuurlijk op de foto met jan en alleman. Het aantal benzinepompen wordt aardig minder onderweg en toch maar even tanken. Tanken is hier een feest 15 liter benzine kost ongeveer 5 euro (100.000 Riel) dus 35 cent per liter. Na het tanken gaan we op pad voor de laatste 120 km, een 2-baansweg door diverse dorpen. Als je naar de huizen kijkt is het ook geen wonder dat er zoveel mensen dakloos zijn geworden in de buurt van Tabriz. Veel huizen in de kleine dorpen zijn opgebouwd uit gestapelde keien, welke aangesmeerd zijn met klei of leem. Het dak bestaat uit balken welke ook aangesmeerd zijn met leem. Het landschap is aardig veranderd van ruige bergwanden naar een licht heuvelachtig terrein. Het is verder behoorlijk dor, onderweg zien we veel kuddes schapen en af en toe wat loslopende paarden. Wat wel leuk is dat je redelijk vaak windhozen ziet, af en toe rijden we er doorheen. De mensen zijn over het algemeen erg aardig, als je stopt om bv een foto te maken komen ze gelijk naar je toe met de vraag als ze kunnen helpen. daarna is het vaak welkom in Iran, how are you, What is your name, ware do you come from. Een heel verschil met Turkije, maar soms mag het wat minder. Wat opvalt is dat veel mensen Engels spreken en erg modern gekleed zijn. Ons hotel "Tourist in" ligt pal naast de grootste water grot ter wereld, de grot zelf gaan we morgen bezoeken. Om de grot aantrekkelijk te maken hebben ze er naast een pretpark gemaakt op basis van Disney. Het ziet er zo jaren 70 uit, maar voor hier is het kennelijk heel wat want het is behoorlijk druk. Hier zie je weer veel zwart gesluierde vrouwen rond lopen, iets wat je weinig zag in Tabriz.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten