donderdag 23 augustus 2012

Dag 18 Van Ali Sadr naar Esfahan

Vanmorgen konden we rustig aan doen omdat we voordat we gingen rijden eerst een bezoek brengen aan de grootste water grot te wereld hier in Ali Sadr. Het is een natuurlijke grot vol stalactietengroten en stalagmieten met vele water kanalen die door kleine boten worden bezocht, een soort van binnen meer. Hier hebben we een tocht gemaakt met een bootje van 3 kwartier door de grot. Het verbaasde mij dat het al zo druk. Was. Wij waren er om half negen en in de grot waren alle bootjes al in beweging. Het was grappig om te zien, 2 man in een waterfiets met daar achter 2 bootjes waar 4 man in kan, onderling verbonden met een touwtje, zo 1970! Maar de tocht was wel aardig, al hadden we die beter gister middag kunnen doen. Na de tocht de motor bepakt, en deze met hulp van anderen tussen de auto's uitgehaald. Het parkeer probleem is net zo groot, misschien wel groter dan bij ons. Maar wat beroerder is, ze kijken nergens na. Net Franse autorijders in Parijs. De route van vandaag naar Esfahan was saai en eentonig, licht glooiend landschap en dor. De eerste 200 km hadden we vol wind tegen en daarbij veel zand. We reden dan ook niet harder dan rond de 100 km. Dat voelde je al in de armen. Alleen op de hoofdwegen staan de plaatsnamen aan gegeven in het Engels en in het Pesisch. Op de binnen wegen alleen in het Persich en dat is soms knap lastig. We rijden op kaart maar daar staat niet alle wegen op. Met de Garmin navigatie rijden we op de wereld map, dit houdt in dat daar alleen de hoofdwegen op staan. We toetsen de coördinaten in en de navigatie zet een vlaggetje opende kaart. Als je op een hoofd route komt geeft deze de richting aan, in de andere gevallen alleen de kompas richting. Het duurde dan ook even voordat wede juiste route hadden. Eenmaal op de snelweg is het geen probleem. In de buurt van Hamadan rijden we wel over een hele brede weg, even later zien we een bord met airforce en onze conclusie was dat dit stuk asfalt wel eens een noodlandings plek kon zijn. Na 300 km moet hand tanken, maar op de snelweg is pas over 75 km een tankstation aan gegeven. We gaan van de snelweg af naar een dorp. In me steden en dorpen hebben ze om de 100 meter drempels, bestaande uit of ijzeren 3 hoeken op de weg of asfalt bulten van 20 cm hoog. Deze laatste zie je vaak te laat omdat ze niet geschilderd zijn of zo. Ze zorgen er wel voor dat je rustig rijdt. Maar Hans zag de drempel te laat en voordat hij het wist kwam zijn voorwiel los en lag hij op straat, alweer een pleister op zijn ziel. De schade viel mee. Na het tanken (alles bij elkaar 40 liter voor 12 euro) zijner gaan lunchen. Ook het eten kost niet zoveel, goede lunch (soep, salade brood en kabab) kost ongeveer met 2 x fris 3,50 euro. Na de lunch nog 280 km te gaan. Het word warm 40 graden en haast te heet op de motor, het asfalt straalt warmte , de motor straalt warmte en de lucht straalt warmte, Pfff. Gelukkig neem ik af en toe een slok water uit de Camelback, een rugzak met een 2 liter inhoud. Alleen dat water is aan het eind van de dag ook lauw, minder!  We rijden Esfahan een stad met 2 miljoen inwoners in de spits binnen, 6 en 8 balans wegen, stapvoets rijdend. We weten ongeveer waar we moeten zijn, vlak bij het blauwe plein in het centrum. We hebben overal ook veel bekijks. Toeterende auto's, handen die uit het raam gaat met een duim omhoog, brommers om ons heen en veel automobilisten die vragen en roepen. Maar het blijft opletten geblazen. Volgens de borden en de navigatie zijn we in de buurt, maarja één richtingsverkeer en op brekingen maken het ons lastig. We besluiten om een taxi aan te houden en te vragen voor te rijden. De chauffeur heeft geen tijd, maar spontaan rijd een man op een brommer ons voor naar het hotel. Al met al koste de stad ons ruim een half uur. Na het douchen even naar het blauwe plein gelopen welke op 5 min lopen licht en om half tien op het hoteldak gegeten. Vanaf het hoteldak heb je een mooi uitzicht over de stad. Het terras is gezellig en confortabel. Het eten is goed, net asl de temperatuur. Hier kan ik me prima vermaken.


                                                              In de water grot

Een prima dakterras


Dag 17 Van tabriz via Zanjan naar Ali Sadr (vlak bij) Hamadan 500 km

Doordat de tijd gisteren voor ons met 1,5 uur vooruitging en vandaag een lange tocht op het programma staat is het relatief vroeg opstaan. 7 uur vanmorgen hier in Iran was de dag er voor half 6 en zo voelt het ook. Het wordt een dagelijks ritueel, bed uit, tas inpakken ontbijten en motor bepakken. Vandaag gaat de reis naar Ali Sadr vlak bij Hamadan de hoofdstad van de gelijknamige provincie Hamadan. Ali Sadr bevindt zich z'n 400 km ten zuidwesten van Teheran. De weg de we vanuit Tabriz gevolgd hebben was dan ook de snelweg (tolweg maar voor toeristen vrij van tol) richting Teheran. Onderweg zien we gerestaureerde Karavanserai. Karavanserai's werden ten tijde van de grote kamelen karavanen gebruikt als veilige overnachtings- en pleisterplaatsen. Langs de vermaarde zijdenroutes kwam je ze elke 25km - de afstand van een dagmars - tegen. Dat is nu dus wel anders, maar die er nog zijn, zijn echt een sjieke plek om iets te eten.  Vanaf Zanjan zijn we binnendoor gereden via Soltaniyeh waar we even gestopt zijn voor de blauwe Dome. Omdaar te komen vroeg ik de weg aan 2 jongens op een brommer die spontaan voor ons uitreden. De Dome was niet veel bijzonders en alleen van buiten bekeken. Omdat we vroeg hadden gegeten kregen we wel trek en gingen opzoek naar een restaurant in de buurt van Qeydoer. Genoeg winkeltjes maar zo op het oog geen restaurant. Toch maar even gevraagd aan de lokale veldwachter, die gelijk zijn hulpsheriff in de auto duwde, zwaailichten aanzette en ons naar een restaurant bracht. Mijn Perschisch gaat het niet worden deze vakantie want ik maak niet op aan de tekst of aan het gebouw dat het een restaurant was. Terwijl wij binnen gingen eten, paste de veldwachter met zijn hulp op onze motoren. Na het uitgebreide eten moesten we natuurlijk op de foto met jan en alleman. Het aantal benzinepompen wordt aardig minder onderweg en toch maar even tanken. Tanken is hier een feest 15 liter benzine kost ongeveer 5 euro (100.000 Riel) dus 35 cent per liter. Na het tanken gaan we op pad voor de laatste 120 km, een 2-baansweg door diverse dorpen. Als je naar de huizen kijkt is het ook geen wonder dat er zoveel mensen dakloos zijn geworden in de buurt van Tabriz. Veel huizen in de kleine dorpen zijn opgebouwd uit gestapelde keien, welke aangesmeerd zijn met klei of leem. Het dak bestaat uit balken welke ook aangesmeerd zijn met leem. Het landschap is aardig veranderd van ruige bergwanden naar een licht heuvelachtig terrein. Het is verder behoorlijk dor, onderweg zien we veel kuddes schapen en af en toe wat loslopende paarden. Wat wel leuk is dat je redelijk vaak windhozen ziet, af en toe rijden we er doorheen. De mensen zijn over het algemeen erg aardig, als je stopt om bv een foto te maken komen ze gelijk naar je toe met de vraag als ze kunnen helpen. daarna is het vaak welkom in Iran, how are you, What is your name, ware do you come from. Een heel verschil met Turkije, maar soms mag het wat minder. Wat opvalt is dat veel mensen Engels spreken en erg modern gekleed zijn. Ons hotel "Tourist in" ligt pal naast de grootste water grot ter wereld, de grot zelf gaan we morgen bezoeken. Om de grot aantrekkelijk te maken hebben ze er naast een pretpark gemaakt op basis van Disney. Het ziet er zo jaren 70 uit, maar voor hier is het kennelijk heel wat want het is behoorlijk druk. Hier zie je weer veel zwart gesluierde vrouwen rond lopen, iets wat je weinig zag in Tabriz.